Facebook

11 vragen (en antwoorden) over de verplichte aov voor zzp’ers

Zelfstandigen zonder personeel – dus ook freelance journalisten en fotografen – moeten zich in de toekomst verplicht verzekeren voor arbeidsongeschiktheid. De Stichting van de Arbeid deed deze week een voorstel voor zo’n verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov). Elf vragen en antwoorden over dat voorstel.

Even kort: waar gaat het hier over?

Alle zelfstandigen moeten zich verplicht verzekeren tegen langdurige arbeidsongeschiktheid. Dat zo’n verplichte aov er moet komen was al afgesproken in het pensioenakkoord. In ruil voor hun steun aan de pensioenplannen eisten oppositiepartijen GroenLinks en de Partij van de Arbeid dat er een vangnet moest komen voor zzp’ers.

De verzekering die de Stichting van de Arbeid – een overlegorgaan van werkgevers- en werknemersorganisaties – voor heeft gesteld aan minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken moet dat vangnet bieden. Het volledige voorstel, dat de naam Keuze voor zekerheid draagt, vind je hier.

Wat gaat zo’n verplichte aov me kosten?

Zzp’ers (waaronder freelance (foto)journalisten) betalen bij de voorgestelde verplichte aov een inkomensafhankelijke premie. Die komt neer op 8 procent van het inkomen, bij een wachttijd van een jaar. Die wachttijd is in feite een ‘eigenrisico-periode’, waarin een arbeidsongeschikte zzp’er het financieel zelf moet zien te rooien. 

De netto premie bedraagt, afhankelijk van de hoogte van het inkomen, 85 tot 150 euro per maand. Wie een kortere of langere wachttijd kiest betaalt respectievelijk een hogere of lagere premie. De standaard wachttijd is een jaar. De maximale wachttijd die je kunt kiezen is twee jaar. De premie wordt geïnd door de Belastingdienst. Het UWV regelt de uitkeringen.

En wat krijg ik daar dan voor?

In ruil voor die premie ontvangen zzp’ers ná het verstrijken van de wachttijd 70 procent van hun laatstverdiende inkomen uitgekeerd. Het maximaal te verzekeren inkomen is 30.000 euro bruto per jaar. De uitkering komt uit op 1650 euro bruto per maand. Dat staat gelijk aan het wettelijk minimuminkomen. Ter vergelijking: werknemers in loondienst komen na twee jaar in een wao-uitkering terecht. Tijdens de eerste twee jaar arbeidsongeschiktheid betaalt de werkgever het loon door (met een minimum van 70 procent van het salaris).

Waarom is zo’n verplichte aov belangrijk?

Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat het percentage zzp’ers dat zich verzekert tegen arbeidsongeschiktheid daalt. In 2013 had bijna een kwart van de zzp’ers nog een aov, in 2018 was dat 19 procent. Voor zelfstandigen met zwaardere beroepen is het vaak lastig om een aov af te sluiten, omdat zij vaak een hoge premie moeten betalen. Verzekeraars kiezen er daarnaast vaak voor bestaande gezondheidsklachten uit te sluiten. Bij de verplichte aov wordt iedere zzp’er geaccepteerd.

Vooral zelfstandigen met een laag inkomen kiezen er vaak voor geen aov af te sluiten, omdat ze deze te duur vinden of hem niet kunnen betalen. Van alle freelance (foto)journalisten die meededen aan de Monitor Freelancers en Media 2018 (de meest recente editie op moment van schrijven), had bijna tweederde geen aov. Wie zich niet verzekert tegen arbeidsongeschiktheid moet na een ongeval of bij gezondheidsproblemen terugvallen op spaargeld en belandt uiteindelijk in de bijstand.

85 tot 150 euro premie per maand is best een kostenpost. Kunnen zzp’ers dat wel betalen?

Dat is een van de grootste pijnpunten in dit voorstel, zeker voor freelance (foto)journalisten. Volgens de hierboven al genoemde Monitor Freelancers en Media 2018 heeft de gemiddelde freelancer in de media een jaarinkomen van 24.300 euro. Vooral voor kleinverdieners is de premie daarom een flinke hap uit het inkomen. Daarnaast is het voor hen vaak ook lastig genoeg geld opzij te zetten om de wachttijd te overbruggen. 

De sociale partners die verenigd zijn in de Stichting van de Arbeid verwachten dat in ieder geval een deel van de zzp’ers zijn premie zal doorberekenen aan de klant. Vooral voor laagbetaalde zzp’ers kan dat lastig worden, omdat zij vaak al blij zijn als ze werk hebben. Voor freelancers in de media speelt ook nog mee dat tarieven vaak eenzijdig worden opgelegd en onderhandelen lastig is. 

Als reactie daarop willen vakbonden en beroepsorganisaties, waaronder de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), dat er een mogelijkheid komt om collectief te onderhandelen over tarieven. 

Zijn freelance (foto)journalisten blij met dit voorstel?

Ze zijn verdeeld. Uit een peiling onder de 3400 freelance (foto)journalisten blijkt dat 42,2 procent van hen het voorstel goedkeurt. Maar 41,1 procent van de freelancers die hun stem lieten horen stemde tegen (de rest gaf aan geen mening te hebben). Freelancers gaven in de enquête aan een algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering geen gek idee te vinden, maar niet iedereen kon zich vinden in het verplichte karakter. Daarnaast vinden zij de kosten te hoog en het uitkeringsbedrag te laag. 

Wat ook kritiek oogst onder freelance (foto)journalisten is dat zzp’ers weinig inbreng hebben gehad in de totstandkoming van het voorstel. Ze zijn immers niet vertegenwoordigd in de Stichting van de Arbeid. Dat wil niet zeggen dat ze helemáál geen inspraak hebben gehad. Vakbonden wilden in eerste instantie een verzekering die gelijkwaardig is aan die van werknemers in loondienst. Zzp-organisaties en werkgevers gaven aan dat te duur te vinden. Om die reden is de uitkering die zelfstandigen bij arbeidsongeschikt ontvangen ook lager dan de uitkering die werknemers krijgen na langdurige ziekte of een ongeval.

Wat gebeurt er als ik al een verzekering hebt?

Het voorstel verplicht zzp’ers zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid, maar verplicht je niet om de voorgestelde verzekering af te nemen. Je kunt er dus ook voor kiezen een andere aov af te sluiten. Vereiste is wel dat die verzekering minimaal dezelfde dekking geeft als de verzekering in het voorstel van de Stichting van de Arbeid. Deze opt-out geldt alleen voor volwaardige verzekeringen. Broodfondsen vallen er niet onder, omdat de uitkering die daar wordt gegeven doorgaans na twee jaar stopt. 

Een uitkering van 1650 euro bruto per maand is veel te laag. Kan ik mezelf voor een hoger bedrag verzekeren?

Dat kan, maar niet binnen het product dat wordt voorgesteld. Verdien je goed en wil je een hoger bedrag verzekeren, dan kun je een aanvullende aov afsluiten bij een particuliere verzekeraar. Je volledige verzekering bij zo’n partij onderbrengen kan ook. Je aansluiten bij een broodfonds kan daarnaast ook lonen. Door het risico op kortlopende arbeidsongeschiktheid (tot twee jaar) op te vangen met zo’n fonds, kun je bij je daadwerkelijke verzekering kiezen voor een langere wachttijd. Dat kan de premie drukken. Of dat financieel de moeite waard is, zal per geval verschillen.

Wanneer gaat deze verzekering in?

Naar verwachting pas in 2024. De reden dat het zolang duurt is dat er wijzigingen moeten worden aangebracht in de wet. En wetswijzigingen kosten nu eenmaal tijd. Daarnaast moet de uitvoering nog praktisch geregeld worden. Ook dat kost tijd.

Waarom is er überhaupt een aparte regeling voor zzp’ers? Kunnen ze niet gewoon bij de bestaande regeling voor werknemers worden gevoegd?

De regeringspartijen zouden dat het liefst zien, gaven ze begin dit jaar aan. Volgens de sociale partners die verenigd zijn in de Stichting van de Arbeid is zo’n volksverzekering voor alle werkenden echter moeilijk te realiseren. Daar zou een vernieuwing van het sociale stelsel voor nodig zijn. En zo’n vernieuwing kost nog veel meer tijd dan de wetswijziging die nu nodig is. 

Hoe definitief is dit voorstel?

Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken heeft aangegeven dat hij het voorstel een grote stap vindt. Maar dat wil niet per se zeggen dat het voorstel ook zomaar wordt overgenomen. Koolmees heeft gezegd dat het kabinet nog voor de zomer met een eigen voorstel voor een verplichte aov komt. Dat voorstel kan in principe afwijken van het voorstel van de Stichting van de Arbeid, al is de verwachting dat het in ieder geval grotendeels hetzelfde zal zijn. Ook belangenclubs voor zzp’ers werken aan een tegenvoorstel. Daarin staat bewuste keuze voor het ondernemerschap voorop.