Facebook

Metselaar Laurens (64) uit Buurse werkt op eigen risico: ‘Niemand wil mij verzekeren’

Jarenlang hard gewerkt, jarenlang forse premies betaald. Maar nu de zelfstandige metselaar Laurens ter Huurne (64) uit Buurse op leeftijd is, zien verzekeraars hem als een groot risico. Nergens kan hij nog een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten. Over het gevaar van het werken zonder zekerheid. „Het is iedere dag hopen dat er niets gebeurt.”

De contouren van de nieuwe overkapping achter het huis zijn al zichtbaar. De houten balken, strak in het gelid. Vakwerk, dat ziet zelfs een leek. Nee, zegt Laurens ter Huurne er snel bij, dit is niet van zijn hand. Al ligt het er aan hoe je het bekijkt. „Dit doet mijn zoon.”

Zelf kan hij op het moment niet helpen. Ter Huurne zit tijdelijk in de ziektewet – „vanwege een operatie” – en mag zodoende ook niet werken. Het jeukt, als anderen op zijn erf bezig zijn, en hij niet. Maar het moet maar even zo. 

Compliment 

64 jaar is de metselaar uit Buurse inmiddels. Al sinds zijn 17e werkt hij in de bouw. Tot 2006 in loondienst, sindsdien als zelfstandige. „Hij is een goeie”, deelt zijn vrouw Agnes aan de keukentafel. De bouwvakker zelf wuift het compliment wat verlegen weg, want zoiets zal hij over zichzelf nooit zeggen. Zij lacht. „Ze zien hem in ieder geval graag komen.”

Maar zo gewaardeerd als hij zich voelt door zijn klanten, zo afgedankt voelt hij zich door verzekeraars. Welke hij nu ook belt voor een nieuwe arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV), overal krijgt hij dezelfde vervelende – maar in andere taal verpakte – boodschap: hij is te oud, het risico te groot. „Ze laten je gewoon als een baksteen vallen.”

Tot twee jaar terug waren er geen problemen. In tegenstelling tot veel zzp’ers had hij al bij de start van zijn onderneming een AOV afgesloten. Voor het geval dat. Ter Huurne wilde niet het risico lopen dat hij door een ongeval geen inkomen meer zou krijgen. Hij wijst om zich heen, naar het huis op het fraai gelegen stuk grond aan de rand van Buurse. „Dan is dit allemaal weg.” 

70 procent niet verzekerd

Lang niet alle zelfstandigen in de bouw hebben een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Van de circa 10.000 vakmannen- en vrouwen bij Zelfstandigen Bouw werkt 70 procent zonder AOV, volgens woordvoerder Joke Licher. De meesten kiezen ervoor om het verdiende geld apart te zetten.

Uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt dat de hoogte van het bedrag per maand een drempel is; vooral in fysieke beroepen wordt een AOV als ‘duur’ of zelfs ‘niet op te brengen’ gezien. En als er niets gebeurt is het zonde van het geld. Van de mensen die wel kiezen voor zo’n verzekering, zijn de meesten hoofdkostwinner met een gezin.

Nieuwe verzekering

Bij De Goudse tikte hij 12 jaar lang ruim 500 euro per maand af, voor de AOV. Slechts een keer had hij hem nodig. Er was echter een voorwaarde; de verzekering gold tot hij 62 zou worden. Daarna niet meer. Ter Huurne ging op zoek naar een nieuwe, probeerde alle grote partijen die er zijn, maar zonder succes. Sinds 2018 werkt hij geheel op eigen risico. „Als ik een been breek, of van de steiger val, heb ik een groot probleem.” Het is iedere dag hopen dat het niet mis gaat.

Het is een bekend probleem, weet Joke Licher van Zelfstandigen Bouw, de grootste ondernemersorganisatie voor zzp’ers in die sector. „De meeste AOV’s voor mensen in een zwaar beroep lopen tot iemand 60 jaar wordt. En daarna moet je het zelf maar uitzoeken.” Heel erg vreemd, geeft ze aan. „Als je jong bent, kan je nu wel een verzekering afsluiten die doorloopt tot je 65e. Maar als je een oudere metselaar bent wordt het een heel moeilijk verhaal.” 

Een premie is afgestemd op het risico, en dat is in de bouw groter dan bij een administratief beroep. „Het risico is op deze leeftijd te duur om nog te verzekeren”, legt Paul Koopman van het Verbond van Verzekeraars uit. „Dan zou deze meneer een premie moeten betalen die hij zelf niet kan opbrengen. Daarom krijgt hij ook geen aanbod.” 

Uitkering 

Volgens Koopman loopt een uitkering voor Ter Huurne, als hij op zijn leeftijd arbeidsongeschikt raakt, al snel in de tonnen. „En dat bedrag moet betaald worden uit de premies die worden ingelegd door mensen met vergelijkbare risico’s.”

Het is een beperking van de vrije markt, geeft hij aan. „Daarom is er ook voor gekozen om een verplichte basisverzekering in te voeren.” Die is er nog niet, er wordt nog aan gewerkt. 

Kritiek op verplichte aov

De bedoeling is dat de verplichte AOV per 2024 in gaat. In het voorstel staat onder meer dat de premie van de verzekering (die fiscaal aftrekbaar is) afhangt van het inkomen en maximaal 200 euro bruto per maand bedraagt. Maximaal zal de uitkering rond de 1650 euro bruto per maand liggen. Dit moet de verzekering ‘betaalbaar’ houden. Wie al een AOV heeft, wordt van deze regeling vrijgesteld. Het voorstel stuit op de nodige kritiek. Zo wil niet iedere ondernemer verplicht worden, daarnaast is de premie volgens sommigen niet in verhouding tot de uitkering. 

De metselaar snapt het niet. „Als je voor een baas werkt, ben je toch ook tot je pensioen verzekerd? Waarom kan ik mij als zzp’er dan niet verzekeren?” 

Koopman wijst erop dat dat wat anders is. Een baas heeft namelijk een collectieve verzekering, voor al zijn personeel. „Daar wordt het risico gedeeld door jongere en oudere werknemers. Daar betaalt die baas een aanzienlijk bedrag voor.”

Bezint eer ge begint

Het Verbond van Verzekeraars waarschuwt mensen die op latere leeftijd in de bouw als zzp’er willen beginnen. „Ze geven namelijk een stuk zekerheid op. In loondienst zijn ze namelijk wel verzekerd.” Het is van belang dat iemand, voor hij of zij begint, goed nadenkt over de eigen inzetbaarheid, geeft Koopman aan. „Kan je het gezond volhouden tot je 67e? Of moet je je omscholen naar een beroep dat minder belastend is?” 

Maar daar kan Ter Huurne niet zoveel mee. Zowel hij als zijn vrouw vinden het, op zijn zachtst gezegd, oneerlijk. Jarenlang hard gewerkt, jarenlang premie betaald, en dan tel je ineens niet meer mee. Want zo komt de boodschap aan. Drie jaar geleden schreef hij al eens een brief aan de politiek in Den Haag hierover. Hij kreeg er enkel een standaardreactie op terug. 

Dat collega’s van eerder al met de vut zijn, en hij nog door moet; geen probleem. Het houdt hem bezig en vitaal. Nee, spijt heeft Ter Huurne niet dat hij ooit voor zichzelf is begonnen. Hij heeft de vrijheid, doet zijn werk met plezier. Alleen die regels. „Die maken het wel lastig.”